Het einde van het ik. ‘De goede zoon’ van Rob van Essen
De goede zoon is een road novel, een dystopische toekomstvisie, een thriller, een roman over afscheid nemen van een dementerende moeder, een ideeënroman én melancholische mijmering ineen. Dat klinkt overdadig, maar het is het beste werk tot nu van Rob van Essen (1963). Hij wint er de Libris Literatuur Prijs 2019 mee.
Na een bladzijde of honderd onderbreekt Rob van Essen plots zijn roman voor een interview met zichzelf. Of, beter gezegd, een interview met de verteller van het verhaal. “Ik schrijf dit vanuit de toekomst, zoals je hebt gemerkt. Vandaar dat ik er zo nu en dan wat postapocalyptische hints tussendoor gooi, en die rare robo’s.” O, op die manier. En dat maakt alles goed? Dat je je in gedachten naar de toekomst verplaatst? “Nee, ik zit daar echt, dat zei ik, dat is nu juist de truc. Ik schrijf dit in de toekomst, in een huiskamermuseum in een grote stad waar net de regenzone overheen is getrokken…”